Waarom het onmogelijk is om tot een objectief oordeel te komen

 

De pepernoten liggen nog niet in de winkel of de zwarte Pietendiscussie barst weer in alle hevigheid los. Verwijst Zwarte Piet naar het kolonialisme of is hij zwart omdat hij door de schoorsteen kruipt? Voor- en tegenstanders bestoken elkaar met argumenten, rollen soms letterlijk over elkaar heen met verwijten of proberen hun eigen gelijk via de rechter af te dwingen. Wat maakt het zo lastig om tegenstellingen te overbruggen?

We zien de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals we zijn geworden

Het leven lijkt soms net één vat vol tegenstrijdigheden. Vrijwel elke dag wordt je gevraagd om kleur te bekennen: voor of tegen zwarte Piet, de demonstraties, de EU, de Brexit of het Kinderpardon…? En als er even geen tegenstelling is, creëren we er zelf wel één: “Ben ik nou zo rood of ben jij nu zo groen?” Hoe kom je bij dilemma’s tot een weloverwogen keuze?

De promovenda neurobiologie Maartje de Jong bekeek dit keuzeproces onder een vergrootglas. Ze zag dat hersencellen die de informatie van je ogen verwerken, ook je perceptie regelen door onderling de strijd met elkaar aan te gaan. Uiteindelijk ‘kiezen’ je hersenen welke veronderstelde werkelijkheid voor jou het meest waarschijnlijk is. “Eigenlijk is alles wat je ziet ambigu, zegt De Jong, Alleen valt ons dat niet op, omdat ons brein toch wel tot een interpretatie komt”.

Hoe kun je als mens helder onderscheid maken tussen wat ‘fakenews’ is en wat niet? Volgens de neurobiologe is het onmogelijk om een objectief beeld van de werkelijkheid te vormen. Wat je ziet wordt in je brein altijd gekleurd door je eerdere ervaringen. In de sensorische hersengebieden is constant een gevecht gaande tussen hersencellen die zonder inmenging van andere hersengebieden uitmaken welke interpretatie als winnaar uit de bus komt. Je eerdere waarnemingen beïnvloeden daarbij hoe je iets nu ziet.

Nieuwe informatie van je ogen wordt verwerkt, en meteen gecombineerd met bestaande informatie. Die combinatie bepaalt uiteindelijk jouw perceptie. De reactie van Ferd Crone, Burgemeester van Leeuwarden op het zwarte Pietendebat was daar een mooi voorbeeld van. Als burgervader gebruikte hij in Nieuwsuur zijn eigen ervaringen als kind om zijn standpunt te verdedigen: “Toen ik klein was, was zwarte Piet nog de boeman met de roe en moest je mee in de zak naar Spanje. Hij is al lang niet meer met die man met de oorbellen en rooie lippen en een grote zwarte dreiging. Zwarte Piet is al van boeman vriend geworden. En dat zien de kinderen en dáár gaat het om. En de verschijning pas je daar op aan. Maar dat ga ik niet beslissen, maar moet juist een maatschappelijke discussie zijn.”

Mensen luisteren niet omdat ze teveel met zichzelf bezig zijn

Wat je waarneemt is dus nooit 1-op-1 wat je ogen je vertellen. Ons eigen referentiekader bepaalt de waarneming en de interpretatie. Zo kan het ook gebeuren dat iedereen verschillende dingen ‘hoort’. Mensen luisteren niet omdat ze teveel met zichzelf bezig zijn:

Niet luisteren als bescherming van het zelfconcept: Als we ons door een boodschap bedreigd voelen gaan we weerstand bieden, zowel tegen de boodschap als tegen de zender ervan.

Niet luisteren als uiting van hyperverantwoordelijkheid: We voelen ons verplicht om mee te delen, argumenteren, de ander te overtuigen,, oplossingen te suggereren. Deze handelwijze gaat veelal gepaard met schoolmeesterachtig preken, met moraliseren.

Niet luisteren als uiting van narcisme: We denken dat we alles beter weten, dat er van anderen niets te leren valt. Alleen die domeinen waarop men meent het beter te weten zijn de moeite waard om te bediscussieerd te worden.

Bedoeling en effect zijn lang niet altijd hetzelfde. De zender van de boodschap moet zijn best doen om congruent te zijn. Filosoof Ruben Mersch stelt in zijn boek ‘Van mening verschillen’: Je onthoudt wat je wilt onthouden. Feiten die vraagtekens zetten bij onze standpunten verdwijnen al snel in de nevelen van ons brein. Omdat er zoveel feiten zijn, vind je er altijd wel eentje dat vertelt wat jij wilt horen. Dit zorgt ervoor dat iedereen zijn eigen versie van de werkelijkheid kan construeren. In een debat tussen een voor- en tegenstander van zwarte Piet zag dat er deze week zo uit:

 Voor: ‘Een ander uitmaken voor fascist vind ik nogal wat!’

Tegen: ‘Dat maak je er zelf van! Zwarte Piet is racisme. Dat kun je kinderen uitleggen.’

Voor: ‘Mijn kinderen niet! Die rekenen daar niet mee. Ze houden rekening met Sinterklaas, zwarte Piet en een muziekkorps, maar ineens staan er 100 demonstranten.’

Tegen: ‘Jij houdt geen rekening met zwarte kinderen die al jarenlang gediscrimineerd worden en voor zwarte Piet worden uitgescholden.’

Voor: ‘Dat is niet zo!’

Tegen: ‘Hoe weet jij dat nou? Wanneer ben jij voor het laatst zwart geweest?’

Voor: ‘Dat is gelul!’

Tegen: ‘Wanneer was jij voor het laatst zwart?’

Voor: Ik ben niet zwart.’

Tegen: Hoe weet je het dan?’

Voor: Er wonen bij ons ook zwarten, maar díe passen zich aan.’

 

Wat goed gaat ligt aan ons, wat slecht gaat komt door anderen

Debatten waarin de emoties hoog oplopen, zijn zelden constructieve uitwisselingen van argumenten. Onzekerheid is een van de twee basisingrediënten is van een ontploffend debat. Zodra we aangevallen worden, zetten we elke hersencel in om die aanval te pareren. VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff liet daar deze week een mooi staaltje van zien in zijn blog ‘Het. Is. Een. Kinderfeest. Kin-der-feest!’:

‘Nou, zoals het tegenwoordig gaat, kan ik een hoop dingen bedenken die leuker zijn. Eerlijk gezegd: ik ben niet geweest. Ik heb totaal geen zin het risico te lopen om mijn dochtertje te confronteren met schreeuwende en vechtende idioten. Met demonstranten die zo dichtgetikt zijn over hun eigen gelijk dat een ander meteen een racist is. Of met aso’s die dan weer agressief doen tegen demonstranten. En zo samen de pret voor de kinderen totaal verzieken. (…) En als die demonstranten er toch zijn, dan bescherm je een kinderfeest niet door te gaan schreeuwen, racistische teksten uit te kramen of te gaan relschoppen. Dan ben je gewoon het feest mee aan het verkloten. (…) Ik ben de zwartepietdiscussie, met de extremisten aan beide kanten, meer dan beu. Ik wil dat de extremen respecteren dat ze de uitzondering zijn. Dat de meeste mensen Sinterklaas niet willen laten verstoren. Wij willen gewoon het feest terug. Daarom vraag ik iedereen z’n gezond verstand te gebruiken.’

Als vader van een jong dochtertje lucht het wellicht even op om zijn persoonlijke frustraties even lekker te kunnen botvieren, maar of hij hiermee een constructieve bijdrage levert aan het brede maatschappelijke debat durf ik te betwijfelen. Als mens willen we graag geloven dat wij best slim zijn en dus pijnigen we onze hersenen, op zoek naar argumenten waarmee we dat zelfbeeld kunnen verdedigen. Negatieve oorzaken worden daarbij toegeschreven aan de ander. In de psychologie wordt dit ook wel de attributiefout genoemd:

•         “Wie niet horen wil, moet voelen!”

•         “Hij begint! Dan mag ik toch zeker wel reageren?!”

•         “Ik ben hier het slachtoffer!”

•         “Het is niet eerlijk! Dit is onrechtvaardig!”

•         “Zo gaan we niet met elkaar om!”

•         “Hij is alleen maar op macht uit!”

•         “Moet je eens zien wat ik allemaal doe!”

•         “Ik kan niet anders, maar jij wel!”

•         “Door jouw toedoen faal ik”

•         “Aanval is de beste verdediging”

•         “Ik kan nu niet meer terug, want anders verlies ik mijn gezicht!”

Wie nooit van mening is veranderd heeft zelden iets geleerd

Waarom kun je soms hardnekkig vasthouden aan je oude denkpatronen, zelfs als die voor jou niet effectief en plezierig blijken te zijn? Bij de School of Life wordt filosofie bekeken als een grote verzameling levenslessen. Lammert Kamphuis, hoofddocent en schrijver van het boek Filosofie voor een weergaloos leven: ‘Door kritisch te kijken naar schijnbaar vanzelfsprekende ideeën en handelingen creëer je een gezonde speelruimte tussen jou en je ingesleten denk- en doepatronen. Hoe dieper je afdaalt naar de gedachten waarvan je zelf denkt dat ze heel raar zijn, hoe groter de kans dat anderen ze ook hebben’.

‘Veritas incognita ergo dubito’ Hendrik Gommer

De mens leeft in een eigen werkelijkheid die door zijn zintuigen en hersenen wordt gecreëerd. Dit gegeven doortrekt zijn hele leven. Bij iedere beoordeling is het steeds opnieuw de vraag op basis van welke uitgangspunten en vanuit welke visie deze tot stand is gekomen. Je eigen overtuigingen ter discussie durven stellen kan helpen, niet om moeilijke kwesties definitief tot een goed einde te brengen, maar bij het bij het verkrijgen van zelfkennis en het maken van bewuste keuzes. Vragen om irrationele ideeën ter discussie te stellen:

Vragen naar de feiten: “Klopt datgene wat je denkt met de feiten die je bekend zijn?”

Doelmatigheidsvragen: “Wat is je doel? Helpt deze gedachte je om dit doel te bereiken?”

Filosofisch getinte vragen: “Wat betekent deze uitspraak nu precies?” “Stel dat deze uitspraak waar is, waarom is dat dan zo erg?”

Niemand heeft het monopolie op de waarheid

De politiek wil dat de kleur van zwarte Piet wordt bepaald door het maatschappelijk debat. Maar de voor- en tegenstanders vinden juist dat de politiek zich meer moet uitspreken en de spelregels moet bepalen.

Voorstander: ‘Dus de politiek moet zeggen: geen demonstraties tijdens de intocht, want anders gaan wij volgend jaar met eieren gooien!’

Tegenstander: ‘Dus de politiek moet zeggen roetveeg pieten want we zijn een multicultureel land!’

Ook binnen de coalitie heerst verdeeldheid: D66: ‘Demonstraties moeten mogelijk zijn, ook in het gezicht van sint en piet. Triest dat je in dit land niet meer vreedzaam kunt demonstreren.’ CDA: Demonstreren is een recht. Discrimineren en intimideren niet. Dat vraagt om strafrechtelijk ingrijpen!’ Minister President Rutte: ‘Niet demonstreren waar de kinderen bij zijn, kom op zeg, het is een kinderfeest! Kinderen willen gewoon genieten van die prachtige Nederlandse traditie!‘

 ‘Dat vind ik een raar liberaal standpunt’, reageert docent demonstratierecht RUG Berend Roorda in een uitzending van Nieuwsuur, ‘Natuurlijk houden we het liever gezellig, maar juist op de dag dat Poetin komt dán willen mensen demonstreren.

‘Ook kinderen moeten leren dat je in een democratische rechtsstaat geconfronteerd kan worden met tegengeluiden.’

Het recht op demonstreren is bedoeld voor minderheden die hun geluid willen laten horen en mensen graag willen bereiken met hun boodschap. Ook kinderen moeten leren dat je in een democratische rechtsstaat geconfronteerd kan worden met tegengeluiden.’ 

Art 9 van de Grondwet regelt het recht op demonstreren. Roorda: ‘Het is zorgelijk dat demonstranten te maken krijgen met gewelddadige reacties van anderen. Het gaat hier om de veiligheid, de kinderen en de dreiging van tegendemonstraties Hooligans. Daarom wordt er een heldere grens getrokken bij gewelddadige uitingen.

‘Has anyone gone to war, without seeing his own cause as just? Justice does not bring peace, but is a major source of war.’ Erasmus

Demonstraties verbieden kan pas als er sprake is van bestuurlijke overmacht, bijvoorbeeld als de politie de orde niet meer kan handhaven of de veiligheid en gezondheid van mensen in het geding is. Ook internationale verdragen schrijven voor dat ieder mens zijn punt moeten kunnen maken. Vreedzaam je mening uiten kan schuren en vervelend zijn, maar dat is wel wat wij in onze Westerse samenleving ontzettend belangrijk vinden. Anders geldt straks alleen nog de macht van de sterkste. Dat moeten we koste wat het kost zien te voorkomen. Maar hoe dan wel?

Deep Democracy: Iedereen heeft gelijk… of in elk geval deels

Deep Democracy is een krachtig instrument voor besluitvorming en conflictresolutie binnen groepen met een uiteenlopende diversiteit. De term werd in 1988 door Andy Mindell bedacht en in 1993 verder tot een methode uitgewerkt door Myrna en Greg Lewis toen zij werden gevraagd om het electriciteitsbedrijf Eskom in Zuid-Afrika om te vormen van een racistische op Apartheid gestoelde organisatie, naar een niet-raciale organisatie. Op allerlei niveaus was er grote spanning en verwarring. Mensen die gewend waren macht te hebben, hadden dit niet meer. De Lewis methode bood hen handvatten voor besluitvorming met aandacht en waardering voor andere opvattingen. In dialoog én in discussie.

De Zwarte Piet-rellen maken op verontrustende wijze duidelijk hoezeer een politieke en maatschappelijke bovenlaag het contact met de onderkant van de samenleving is kwijtgeraakt’, aldus Peter Giesen in een opiniestuk in de Volkskrant. ‘Een grote groep landgenoten voelt zich onzeker, miskend en machteloos. Het wegvallen van Zwarte Piet is het zoveelste verlies. Als de bovenlaag voor deze gevoelens geen oog heeft, dreigen gevaarlijke conflicten. Práát eens met die mensen die zo naar vroeger verlangen. Op hun beurt zouden Pro-Zwarte Pieten zich moeten afvragen waarom er zo veel bitterheid kan ontstaan over iemand die niet bestaat.’

Cultureel Antropoloog Jitske Kramer beschrijft in haar boek Deep Democracy: de wijsheid van de minderheid hoe je op basis van deze principes in vijf stappen tot besluitvorming komt. De Lewis methode is ‘democratisch’ omdat het benadrukt dat elke invalshoek er toe doet en dat de kwaliteit van besluiten het grootste is wanneer zowel de meerderheids- als de minderheidsstem gewaardeerd wordt. Zonder te polderen en zonder conflicten weg te poetsen. Iedereen wordt uitgenodigd om zijn of haar invalshoeken te delen. Zonder discussie en onbevooroordeeld. Vervolgens gaat men samen actief op zoek naar een alternatief, anders dan de consensus. Ook al wil een meerderheid tot besluitvorming overgaan, er wordt expliciet gevraagd naar andere ideeën. Aansluitend wordt het alternatief verspreid door te vragen wie zich erin herkent. Bij een duidelijke meerderheid wordt vervolgens de wijsheid van de minderheid toegevoegd door deze mensen te vragen wat ze nodig hebben om met het meerderheidsbesluit mee te gaan.

Niet alles hoeft altijd gezegd te worden, behalve als het er toe doet

In de laatste stap van de Lewis methode is er aandacht voor de onderstroom waar tegenstellingen en emoties worden onderzocht om vervolgens tot oplossingen te komen.

Ter illustratie: Drie jaar geleden vroeg Sylvana Simons bij De Wereld Draait door aan Martin Simek waarom hij de term ‘zwartjes’ gebruikte. Hij werd boos en Twitter ging los: M o u w r i t z @Mouwritzpetri 13 May 2015:Afvoeren dat zeikwijf #zwartjes #DWDD.’ Lucy @Luciana Boutox 18 May 2015: ‘Weet wel dat Sylvana Simons niet bij DWDD zit voor de zwartjes, maar ter meerdere eer en glorie van Sylvana Simons zelf’. Zanger Ron van Daal schreef in diezelfde tijd een carnavalshit:Oh Sylvana, oh Sylvana, waarom pak jij je koffers niet, oh Sylvana, oh Sylvana, wat ben jij toch een zielepiet’ En nee, de tekst slaat niet op Sylvana Simons, zo laat de zanger weten. ‘Maar dat de link wordt gelegd vind ik wel buitengewoon prettig’, zegt hij. ‘Ik word helemaal plat gebeld, van De Wereld Draait Door tot aan Stuif es in’, klinkt het euforisch. “Iedereen wil me hebben.’

Deep democracy beschrijft een ‘sabotagelijn’: een instrument om issues in de onderstroom te signaleren en pogingen om het proces te saboteren bloot te leggen. Dit kunnen sarcastische grappen, roddels, tegenwerkingen of zelfs stakingen zijn. De techniek van ‘pijlen gooien’ kan helpen om een groep een lastig gesprek te laten voeren. Hierbij krijgt iedereen de beurt om alles te zeggen, zonder beleefd te zijn, scherp en duidelijk, maar ook zonder interruptie en tegenspraak. Dit proces gaat net zolang door totdat alles is gezegd. Daarna wordt gekeken naar de uitspraken die personen echt heeft geraakt en vervolgens wordt weer gekeken naar een oplossing. Op deze manier wordt alles uit de onderstroom naar boven gehaald en het niet-gevoerde gesprek wel gevoerd.

In een latere uitzending van DWDD vertelt Sylvana wat haar het meest geraakt heeft in alle gifpijlen die er op haar werden afgevuurd. Matthijs van Nieuwkerk: ‘Bespeur jij als het om racisme gaat – want dat ligt er dan natuurlijk achter – dat dat toeneemt in Nederland?’ Sylvana Simons: ‘Wat toeneemt is de overtuiging dat we altijd maar alles moeten kunnen zeggen’.

 Om tegenstellingen en botsende meningen op een respectvolle wijze met elkaar te onderzoeken worden er voorafgaand aan een sessie met Deep Democracy daarom een aantal spelregels met elkaar afgesproken, zoals bijvoorbeeld:

  1. Niemand heeft het monopolie op de waarheid
  2. We gaan in gesprek om onze relatie te verdiepen
  3. We willen de afwijkende mening horen! Kritiek hoort daar ook bij
  4. Zeg alles wat er toe doet, niet alles hoeft gezegd te worden
  5. Verschillen zijn interessant, niet vervelend
  6. We zijn bereid om van elkaar te leren
  7. We maken ruimte voor reflectie
  8. We hebben elkaar nodig om beter te leren luisteren
  9. Praten en luisteren tegelijk gaan niet samen, wijsheid volgt uit echt luisteren
  10. Af en toe chaos en verwarring horen bij Deep Democracy, ordening en helderheid komt vaak als eerst alles er mag zijn.

Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is

De wereld om ons heen is te complex voor eenvoudige waarheden. Mensen zijn niet zwart, wit, rood, geel, groen of blauw. Dit soort stereotypen maken al gauw een karikatuur van de kleurrijke talenten waar ieder mens van nature over beschikt. Ieder mens wil graag groeien en zich verder ontwikkelen, maar niemand laat zich zomaar veranderen of vrijwillig in een hokje stoppen. Ons Denken, Voelen en Doen vormen de basis voor onze unieke persoonlijkheid en kleurrijke talenten. Vanuit ons zelf bewust ZIJN hebben wij als mens oneindig veel keuzemogelijkheden om invloed uit te oefenen op de kwaliteit van ons leven en werk.

Het ergste is niet dat je iets niet weet, maar dat je denkt het zeker te weten.

Door de verschillen tussen mensen te kunnen zien, willen begrijpen en leren waarderen groeit je zelfbewustzijn en lukt het je beter om schijnbare tegenstellingen te overbruggen. Durf te twijfelen, stel je oordeel uit, check je aannames. Want het ergste is namenlijk niet dat je iets niet weet, maar dat je denkt het zeker te weten. Ontdek samen met anderen hoe verschillende meningen en kwaliteiten elkaar kunnen aanvullen en versterken.

De ontdekking. Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is. Dit korte gedicht van K. Schippers is tevens de titel van een schitterende gedichtenbundel voor kinderen van alle leeftijden. De inleiding, van Kees Fens, heet: ‘Een andere wereld’ en begint met de losstaande regel: ‘Dit is een boek met gedichten. Gedichten gaan over iets dat je weet. En toch niet weet- want je hebt het nooit zo gezien als de dichter…. Hee, zeg je bij de laatste regel, zo kun je het ook zien’.

#andersdenkenvoelendoen www.humancolours.nl